Het wetsvoorstel Nadeelcompensatie en schadevergoeding bij onrechtmatige besluiten is op 29 januari 2013 door de Eerste Kamer aangenomen. Hierin zijn een aantal algemene bepalingen over schadevergoeding bij (on)rechtmatig overheidshandelen geregeld. Tot nu toe was dit niet goed in een wettelijke regeling vastgelegd.
Schadevergoeding bij onrechtmatige besluiten
Iemand kan schade lijden als gevolg van een besluit van een overheidsinstantie (bestuursorgaan) dat achteraf onjuist (onrechtmatig) blijkt te zijn. Denk bijvoorbeeld aan een besluit waarin het college van burgemeester en wethouders van een gemeente een bedrijf een last onder dwangsom oplegt om bepaalde activiteiten te staken en later blijkt dat er helemaal geen sprake is van een overtreding. Als de bestuursrechter dit besluit vernietigt, is het bedrijf een tijd ten onrechte gesloten geweest. Hierdoor heeft het bedrijf schade geleden, bijvoorbeeld in de vorm van gemiste omzet. Of denk aan een besluit van het college van burgemeester en wethouders waarbij een aangevraagde bouwvergunning ten onrechte is geweigerd. Het gaat dus veelal om besluiten die door de bestuursrechter om uiteenlopende redenen zijn vernietigd. Met de vernietiging van een besluit komt de onrechtmatigheid ervan vast te staan.
De nieuwe artikelen 8:88 – 8:95 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) regelen de gang van zaken bij een verzoek om schadevergoeding als gevolg van onrechtmatige besluiten. In het wetsvoorstel is een competentieverdeling tussen de bestuursrechter en de burgerlijke rechter opgenomen. De bestuursrechter wordt exclusief bevoegd ten aanzien van schadeverzoeken op het terrein van de Centrale Raad van Beroep en van de belastingrechter. Beide terreinen omvatten het grootste deel van het financiële bestuursrecht en het ambtenarenrecht. Hiernaast is de bestuursrechter bevoegd voor zover de vergoeding ten hoogste € 25.000,00 is. De burgerlijke rechter wordt bevoegd om te oordelen over de schadevergoeding voor procedures die behoren tot de bevoegdheid van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State en het College van Beroep voor het bedrijfsleven.
Een belanghebbende kan op grond van het nieuwe artikel 8:89 van de Awb de bestuursrechter verzoeken een bestuursorgaan te veroordelen tot het vergoeden van de door hem geleden schade ten gevolge van een onrechtmatig besluit. Het verzoek moet gedaan worden via het indienen van een verzoekschrift. Als er sprake is van onrechtmatig overheidshandelen dient de schade in beginsel in zijn geheel vergoed te worden.
Nadeelcompensatie
Ook rechtmatig handelen door de overheidkan tot schadeleiden. Denk bijvoorbeeld aan de winkelier die maandenlang met een opgebroken winkelstraat wordt geconfronteerd omdat er nieuwe riolering moet worden aangelegd, waardoor zijn winkel niet goed te bereiken is en zijn verkoop terugloopt. In zo’n geval wordt een winkelier, in vergelijking met andere winkeliers, onevenredig zwaar getroffen door het rechtmatig overheidshandelen. In dat geval dient zijn schade vergoed te worden. Een dergelijke schadevergoeding wordt ook wel nadeelcompensatie genoemd.
Omdat er momenteel verschillende wettelijke en buitenwettelijke regelingen bestaan die betrekking hebben op nadeelcompensatie is in het wetsvoorstel een algemene regeling in de Algemene wet bestuursrecht opgenomen. In de artikelen 4:126 – 4:131 van de Awb worden regels gegeven over het doen van een verzoek om nadeelcompensatie. Er dient hierbij sprake zijn van een redelijke compensatie. Het is dus niet vanzelfsprekend dat de gehele schade wordt vergoed.
Inwerkingtreding
Met het aannemen van deze wet door de Eerste Kamer is deze nog niet in werking getreden. De wet zal nu moeten worden voorgedragen voor ondertekening door de koningin of wellicht al door de koning. Daarna zal de wet bekend worden gemaakt via het Staatsblad, waarbij ook de datum van inwerkingtreding bekend gemaakt zal worden.