Op 15 september jl. deed het Gerechtshof Amsterdam een belangrijke uitspraak over de renteswap. Voor het eerst werd vernietiging van de renteswap op grond van dwaling toegewezen. Bij de verkoop van de renteswap heeft de ING wezenlijke kenmerken van de renteswapovereenkomst verzwegen tegenover de klant.
Eén van de risico’s van een renteswap is dat er een negatieve marktwaarde kan ontstaan als de Euribor-rente daalt. De klant betaalt dan meer dan hij betaald zou hebben zonder de renteswapovereenkomst. De bank moet er op toezien dat de klant over voldoende saldi beschikt om haar financiële verplichtingen na te kunnen komen (saldibewakingsplicht). In dit kader kan de bank de klant verplichten om liquide middelen bij te storten als zekerheid om aan de betalingsverplichtingen van de renteswap te kunnen blijven voldoen (marginverplichting). Ter voldoening van deze verplichting bood de ING, net als vele andere banken, haar klant een zogenaamde allowancefaciliteit die ertoe strekte de klant een krediet te verschaffen ten laste waarvan de ING de marginverplichtingen van de klant boekte. Het Gerechtshof heeft geoordeeld dat de ING deze marginverplichting en allowancefaciliteit niet heeft benadrukt tijdens haar voorlichting richting de klant. Indien de klant dit had geweten, dan zou de klant de renteswap niet hebben gesloten, aldus het Gerechtshof.
Heeft u een renteswap afgesloten en ondervindt u als gevolg daarvan problemen? Neem dan vrijblijvend contact op met Pieter Lettinga om te vragen naar de mogelijkheden voor het aansprakelijk stellen van de bank.