Het uitkeren van dividend is een bevoegdheid van de aandeelhouders. Toch kunnen bestuurders aansprakelijk zijn als er te veel dividend is uitgekeerd, zowel tegenover schuldeisers van de onderneming, als tegenover de onderneming zelf. Wanneer dat het geval is, wordt besproken aan de hand van een recente uitspraak.
Casus Villa Nieuw Hofvliet
In een uitspraak van Rechtbank Overijssel stelde de Rabobank als schuldeiser de bestuurders van BV X aansprakelijk.
Wat was er aan de hand? Ter financiering van de horecagelegenheid ‘Villa Nieuw Hofvliet’ is door de Rabobank een financiering verstrekt aan Waterfront Zwolle, waarvoor de Rabobank als zekerheid een hypotheekrecht kreeg op de villa en een borgstelling van de drie aandeelhouders van Waterfront Zwolle. Toen Waterfront Zwolle haar verplichtingen niet na kon komen, is de bank op enig moment overgegaan tot executoriale verkoop van de villa. Deze executie bracht (helaas voor de aandeelhouders) een half miljoen te weinig op, zodat de bank de borgstelling van de drie aandeelhouders inriep. Eén van die aandeelhouders was BV X.
De andere twee aandeelhouders boden geen verhaal. De Rabobank richtte haar pijlen daarom op BV X. Toen bleek dat in de periode dat Waterfront Zwolle in financiële moeilijkheden raakte door de algemene vergadering van BV X is besloten tot uitkering van een bedrag van € 435.000,- aan dividend uit (bijna al) haar uitkeerbare reserves. Dit leidde ertoe dat BV X een ‘lege BV’ werd en de bank haar vordering op geen van de borgstellers kon verhalen.
Reden voor de bank om de bestuurders BV X aansprakelijk te stellen. Maar met succes?
Hoe veel mag je uitkeren volgens de wet?
Dividenduitkeringen zijn alleen toegestaan wanneer aan de balanstest en de uitkeringstest is voldaan.
De algemene vergadering kan besluiten tot uitkering van de vrije reserves. Dit zijn de reserves voor zover deze groter zijn dan de wettelijke en statutaire reserves (balanstest). Het belang van deze test is echter beperkt, omdat deze reserves vrij gemakkelijk om te zetten zijn in kapitaal en dus gemakkelijk te omzeilen zijn.
Om die reden is sinds de invoering van de Wet Flex-BV (1 oktober 2012) in de wet opgenomen dat voor een dividendbesluit goedkeuring nodig is van het bestuur, die moet bepalen of de uitkering verantwoord is. De bestuurders mogen niet goedkeuren als zij weten of kunnen voorzien dat de onderneming na uitkering niet zal kunnen blijven voortgaan met het betalen van haar opeisbare schulden (uitkeringstest). Bestuurders moeten de betalingscapaciteit van de onderneming inschatten over een redelijke termijn, in de regel één jaar.
Bestuurdersaansprakelijkheid
Als na goedkeuring van de dividenduitkering blijkt dat de onderneming haar schulden niet kan betalen, dan zijn de bestuurders tegenover de onderneming persoonlijk aansprakelijk voor het tekort dat door de uitkering is ontstaan, als zij de uitkeringstest niet goed hebben uitgevoerd.
Ook schuldeisers kunnen de bestuurders aansprakelijk stellen als zij benadeeld zijn door de dividenduitkering, zoals de Rabobank deed in de zaak Villa Nieuw Hofvliet. Bestuurders handelen namelijk onrechtmatig tegenover schuldeisers wanneer zij uitvoering geven aan een dividendbesluit, terwijl zij er ernstig rekening mee moeten houden dat de onderneming na de uitkering haar schuldeisers niet meer volledig kunnen betalen.
Tot slot
De vraag die de rechtbank moest beantwoorden in de zaak Villa Nieuw Hofvliet was of de bestuurders van BV X er ‘ernstig rekening’ mee moesten houden dat BV X haar verplichtingen jegens de Rabobank niet zou kunnen voldoen door de dividenduitkering. Volgens de rechtbank was dit het geval. De bestuurders waren op de hoogte van de borgstelling en de financiële positie van Waterfront Zwolle. Zij hadden er bovendien rekening mee moeten houden dat de villa niet genoeg op zou brengen om de schuld te voldoen. Onder die omstandigheden stond het hen niet vrij om nagenoeg alle reserves van BV X als dividend uit te keren. De bestuurders van BV X werden door de rechtbank hoofdelijk veroordeeld tot betaling van de schade van de Rabobank, die gelijk is aan het bedrag van de uitkering: € 435.000,-.
Voor eventuele vragen en/of nadere informatie over dit onderwerp kunt u contact opnemen met Tim van Dijken .