SODM UIT KRITIEK OP PLANNEN GEOTHERMIE IN GRONINGEN
Staatstoezicht op de Mijnen (hierna: SodM) heeft in een brief d.d. 28 september 2017 de minister van Economische Zaken (hierna: de minister) geadviseerd inzake de overdacht van de opsporingsvergunning aardwarmte van de Gemeente Groningen naar WarmteStad B.V. (hierna: Warmtestad) en inzake de verlenging van de vergunning. Warmtestad is een in 2014 opgericht bedrijf waarvan de Gemeente Groningen en het Waterbedrijf Groningen beide 50% van de aandelen houden. SodM acht het integraal risicobesef bij Warmtestad onvoldoende en constateert dat er een gebrek is aan expertise bij Warmtestad op het gebied van seismiciteit.
De opsporingsvergunning aardwarmte, die in 2011 is verleend aan de Gemeente Groningen, loopt tot november 2017 en heeft betrekking op het gebied ten noordwesten van de stad Groningen. Het plan is om een aardwarmtebron te ontwikkelen met behulp van geothermie om woningen en gebouwen in het gebied te verwarmen. De Gemeente Groningen heeft verzocht om de vergunning over te dragen aan Warmtestad voor een periode van vier jaar.
De minister heeft SodM om advies gevraagd omtrent (onder meer de technische mogelijkheden van) Warmtestad. In de brief aan de minister schrijft SodM onder andere dat het “integraal risicobesef binnen de WarmteStad projectorganisatie onvoldoende is” en “door het gebrek aan expertise op het gebied van seismiciteit binnen de WarmteStad projectorganisatie kan goed opdrachtgeverschap onvoldoende ingevuld worden”. Volgens SodM is er “onvoldoende appreciatie en begrip (…) voor de risico’s van boren naar en het winnen van warmte uit de diepe ondergrond, specifiek in dit gebied met seismische activiteit en gaswinning”. SodM geeft aan dat eerst een aantal “kritische punten afdoende geadresseerd dienen te worden” vóór uitvoering van en overdracht aan Warmtestad.
Daarnaast plaatst SodM een aantal kanttekeningen bij de risico’s van het aardwarmteproject in het kader van de aangepaste Mijnbouwwet. Deze wet is in die zin aangepast dat een vergunningaanvraag tegenwoordig kan worden afgewezen indien het gebied niet geschikt wordt geacht voor de activiteit om reden van het belang van de veiligheid voor omwonenden of het voorkomen van schade aan onder andere gebouwen (art. 9, eerste lid, onder f, Mijnbouwwet). SodM heeft Warmtestad nu al opdracht gegeven een Seismische Risico Analyse (SRA) in te dienen voorafgaand aan de opsporingsboring. Normaal gesproken wordt een SRA pas opgesteld bij de indiening van een winningsplan, maar SodM acht dit nu reeds noodzakelijk omdat dit aardwarmteproject is gelegen in de buurt van het seismisch actieve Groningen gasveld, wat “mogelijk gepaard zal gaan met risico’s voor de veiligheid van omwonenden en/of met het optreden van schade”.
Het advies van SodM is om, “mede gezien de kanttekeningen van SodM bij de huidige project organisatie, vooralsnog niet over te gaan tot de vergunning overdracht”. De opsporingsvergunning kan tijdelijk worden verlengd met het enkele doel het maken van de SRA en voor SodM om de SRA te evalueren en vervolgens een advies te kunnen geven over de vergunningsoverdracht en de verlenging van de vergunning. Op dit moment is dus nog niet duidelijk of de opsporingsvergunning uiteindelijk zal worden overgedragen en verlengd.
Klik op onderstaande link om de brief van SodM aan de minister te lezen:
Wij zullen u op de hoogte houden van de ontwikkelingen. Heeft u vragen over geothermie of andere vragen op het gebied van energie en recht? Neem dan gerust contact op met Simone Pipping of Hans Koenders.