HOGERE BTW AFTREK BIJ ZONNEPANELEN OP KANTOOR AAN HUIS
Op 28 november 2017 heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden een uitspraak gedaan over BTW aftrek in relatie tot zonnepanelen.
Belanghebbende heeft destijds deze nieuwbouwwoning met kantoorruimte gebouwd en tot zijn ondernemingsvermogen gerekend. In verband met de bouw is aan belanghebbende in totaal voor € 73.922,- aan omzetbelasting in rekening gebracht, welke omzetbelasting belanghebbende in de periode 1 oktober 2010 tot en met 30 juni 2013 als voorbelasting in vooraftrek heeft genomen.
De inspecteur is op 3 april 2013 een onderzoek gestart naar de aanvaardbaarheid van de aangiften omzetbelasting. Hiervan is rapport opgemaakt. Naar aanleiding hiervan hebben fiscus en belanghebbende overleg gehad en hieruit is voortgekomen dat 77,68% van de onroerende zaak is aan te merken als privégedeelte en dus 22,32% van de onroerende zaak als kantoorruimte wordt bestempeld.
Vervolgens heeft belanghebbende in 2014 niet geïntegreerde zonnepanelen op het dak van zijn woning geplaatst. In geschil is of door het plaatsen van zonnepanelen het zakelijk en privégebruik van de woning zijn gewijzigd. Belanghebbende is van oordeel dat de grond en de woning een dragende functie hebben door de plaatsing van zonnepanelen en daardoor sprake is van meer zakelijk gebruik. De fiscus stelt zich op het standpunt dat het eerder vastgestelde zakelijke gebruik van de woning door het aanbrengen van de zonnepanelen niet is veranderd omdat zonnepanelen zijn aan te merken als roerende zaken en functioneren los van de onroerende zaak.
Het gerechtshof deelt de mening van de fiscus niet. Door de bevestiging van zonnepanelen aan een woning kan wel degelijk de functie van de woning wijzigen en dit is in casu ook gewijzigd. Een deel van het dak, dat voorheen alleen ten dienste stond van de nuttige ruimtes in de woning, heeft een extra zakelijke functie verkregen en wordt nu ook gebruikt voor de ondersteuning van de zonnepanelen. Bij gewijzigd gebruik dient het privégebruik opnieuw te worden vastgesteld.
Bij de berekening worden die onderdelen die dienstig zijn aan de nuttige ruimtes (bijvoorbeeld de muren, de fundering en het dak) naar evenredigheid aan de nuttige ruimtes toegerekend. De plaatsing van de zonnepanelen op het dak heeft tot gevolg dat een deel van het dak waar de zonnepanelen daadwerkelijk zijn bevestigd niet meer alleen ten dienste staat van de nuttige ruimtes in de woning, maar ook van de energieopwekking. Dat deel van het dak heeft door dit gewijzigde gebruik een extra functie verkregen en dient daarom te worden aangemerkt als nuttige ruimte. Anders dan belanghebbende heeft bepleit, kan niet het hele dak als nuttige ruimte worden aangemerkt. Het voorgaande betekent dat ten aanzien van de woning de nuttige ruimtes met zakelijk gebruik door plaatsing van de zonnepanelen zijn toegenomen. Het hof berekent zelf het privégebruik na plaatsing van de zonnepanelen op het dak en komt uit op 74,2%. Het zakelijk gebruik van de woning is derhalve toegenomen met 3,48% tot 25,8%.
Het hof verklaart het hoger beroep gegrond, vermindert de aanslag tot een bedrag van € 3.253,- en veroordeelt de fiscus in de kosten van de procedure.
Als u vragen heeft over bovenstaande, dan kunt u contact opnemen met Hans Koenders of Simone Pipping.