KABEL- EN LEIDINGSCHADE: AANSPRAKELIJKHEID AANNEMER BIJ GEVOLGSCHADE
Het risico op schade bij graafwerkzaamheden is groot, niet in de laatste plaats omdat er ruim 1,7 miljoen kilometer aan kabels en leidingen in de Nederlandse bodem ligt. Jaarlijks gaat er 600.000 keer een schep de grond in (o.b.v. klic-meldingen) en dat leidt tot 33.000 graafschades, dus in 5,5% van de gevallen. Kan de aannemer in die gevallen met succes worden aangesproken in die gevallen, bijvoorbeeld door een bedrijf dat schade lijdt? Of moet die aankloppen bij de netbeheerder?
Verplichtingen WIBON
Op grond van de WIBON (Wet Informatie-uitwisseling Bovengrondse en Ondergrondse Netten)[1] hebben grondroerders, netbeheerders en opdrachtgevers jegens elkaar en derden zorgplichten waaraan zij moeten voldoen ter voorkoming van kabel- en leidingschade.
De aannemer moet een klic-melding doen voordat hij begint met de graafwerkzaamheden. Na ontvangst van de klic-tekening moet de aannemer de kabels en leidingen feitelijk lokaliseren. Dat gebeurt in de praktijk meestal door het graven van proefsleuven, maar dat kan ook door de inzet van andere methodes zoals een elektronische leidingzoeker. Ook het lokaliseren moet op zorgvuldige wijze gebeuren. De aannemer mag afgaan op de informatie van de klic-tekening, maar moet bedacht blijven op afwijkende (diepte)liggingen en moet de netbeheerder bij onduidelijkheid om opheldering vragen.
De netbeheerder heeft jegens de aannemer een informatieplicht. Deze moet zo gedetailleerd mogelijk informatie verschaffen, nadat een klic-melding is gedaan. Indien een netbeheerder bekend is met een afwijkende ligging van een leiding of kabel moet hij dit melden aan de aannemer. Deze informatieplicht van de netbeheerder gaat voor de onderzoeksplicht van de aannemer.
Aansprakelijkheid gevolgschade
Voorbeeld: een aannemer raakt bij boorwerkzaamheden een elektriciteitskabel doordat de kabel niet goed in kaart is gebracht. De leidingzoeker functioneerde niet goed. Na het raken van de kabel ontstaat er stroomuitval onder meer bij een palingkwekerij. Als gevolg daarvan is de zuurstofinstallatie van de palingkwekerij uitgevallen. Dit leidt tot sterfte van de aanwezige glasaal. Schade: EUR 50.000,=.
De palingkwekerij kan in zo’n geval twee partijen aanspreken, namelijk de aannemer en de netbeheerder. Op de verhouding met een derde die gevolgschade heeft, is de WIBON niet direct van toepassing. Wel kan een schending van de WIBON, bijvoorbeeld doordat de aannemer geen klic-melding heeft gedaan, invulling geven aan de maatstaf voor onrechtmatig handelen van de aannemer ten opzichte van de derde, zoals de palingkwekerij.
De netbeheerder kan aangesproken worden op contractuele basis. Netbeheerders zijn contractueel verplicht stroom te leveren en als er ergens een kink in de kabel ontstaat, voldoen zij in beginsel niet aan die hoofdverplichting. Echter, beperken netbeheerders vaak hun aansprakelijkheid jegens afnemers. Zo kan het zijn dat de hoogte van de te vorderen schadevergoeding in het geval van de netbeheerder is beperkt tot een bepaald bedrag, of alleen wordt uitgekeerd bij een bepaalde duur (bijvoorbeeld bij stroomuitval die langer duurt dan 4 uur).
De palingkwekerij komt dan al gauw uit bij de aannemer. De aannemer kan worden aangesproken op grond van onrechtmatige daad (artikel 6:162 BW). Het geval van de palingkwekerij heeft zich daadwerkelijk afgespeeld voor het Gerechtshof te Leeuwarden.[2] Volgens het hof had de Provincie Friesland, die de boorwerkzaamheden uitvoerde bij het plaatsen van verkeersborden, onzorgvuldig gehandeld, omdat zij een niet goed functionerende leidingzoeker had gebruikt. De glasaalsterfte stond volgens het hof niet in een te ver verwijderd verband van de fout van de provincie, waardoor er sprake is van causaal verband. Het hof achtte de provincie dan ook aansprakelijk, hoewel slechts voor 50% van de schade. De zuurstofinstallatie was, mede door afwezigheid van een functionerende reservepomp, op het moment van de stroomuitval gebrekkig. De gebrekkige installatie leidt tot eigen schuld van 50% aan de zijde van de palingkwekerij.
Conclusie
Bij kabel- of leidingschade kunnen afnemers die schade lijden de aannemer aanspreken. Dit kan lucratiever zijn dan het aanspreken van de netbeheerder. De gevolgschade wordt al snel aan de aannemer toegerekend als sprake is van onzorgvuldig handelen. Met een beroep op eigen schuld bestaat de kans dat de aannemer onder de betaling van de schade of een deel daarvan uit kan komen.
Heeft u vragen en/of opmerkingen over dit onderwerp? Neem dan gerust contact op met Simone Pipping en/of Tim van Dijken.
[1] Deze wet heeft de oude WION (Wet Informatie-uitwisseling Ondergrondse Netten) per 31 maart 2018 vervangen.