Essentie
Is sprake van overeenkomsten gesloten buiten de verkoopruimte als bedoeld in Richtlijn 2011/83/EU betreffende consumentenrechten en artikel 6:230g BW? Had de consument recht op de wettelijke bedenktermijn toen hij een contract met Essent sloot? Zo ja, heeft de consument het recht op grond van artikel 6:230s lid 5 BW om binnen een jaar gratis en met terugbetaling van energiekosten op te stappen wegens een contract dat buiten de verkoopruimte is gesloten zonder bedenktijd?
Samenvatting
Essent Retail Energie B.V. (hierna: ‘Essent’) is een leverancier van gas en elektriciteit aan (onder meer) consumenten. Essent sluit via diverse verkoopkanalen contracten met consumenten, onder meer in de winkels van MediaMarkt en Gamma. Het sluiten van deze contracten gebeurt bij een stand/verkoopbalie van Essent in genoemde winkels. Consumenten die een contract afsluiten ontvangen een direct bij de MediaMarkt of Gamma vrij te besteden cadeaubon met een waarde variërend van € 100,00 tot € 250,00. Deze wijze van verkoop van gas en elektra wordt hierna ‘de verkoopmethode’ genoemd.
Sinds de start in 2012 heeft de Vereniging Consumentenbond (hierna: ‘Consumentenbond’) vragen en klachten over de verkoopmethode ontvangen van haar leden. Op 13 juni 2014 is de Nederlandse wetgeving ten aanzien van overeenkomsten tussen handelaren en consumenten veranderd door implementatie van Richtlijn 2011/83/EU betreffende consumentenrechten. Volgens de Consumentenbond valt de verkoopmethode onder de definitie van ‘verkoop buiten de verkoopruimte’ in het nieuwe artikel 6:230g lid 1 aanhef en onder f BW en kan de consument de volgens de verkoopmethode met Essent gesloten overeenkomst binnen 14 dagen zonder opgave van redenen, kosteloos, ontbinden. Essent betwist deze stelling en stelt dat bij ontbinding van een contract een opzegvergoeding moet worden betaald en dat de waarde van de door Essent bij het aangaan van de overeenkomst verstrekte cadeaubon moet worden terugbetaald.
Nadat de Consumentenbond de Autoriteit Consument en Markt (hierna: ‘ACM’) heeft ingeschakeld, heeft overleg tussen de ACM en Essent ertoe geleid dat Essent per 1 december 2015 voor alle producten die zij aanbiedt via MediaMarkt of Gamma en tevens voor toekomstige gelijksoortige verkoopkanalen consumenten in alle gevallen de wettelijke bedenktijd van 14 dagen zal aanbieden, zowel mondeling tijdens het verkoopgesprek als schriftelijk middels de overeenkomst.
De Consumentenbond stelt daarentegen dat Essent alle consumenten, dus ook die voor 1 december 2015 een contract hebben gesloten bij MediaMarkt of Gamma, alsnog gebruik moet laten maken van de wettelijke bedenktermijn, indien consumenten daar niet op zijn gewezen. En dat Essent vervolgens aan consumenten die hun contract ontbinden of reeds hebben ontbonden alle betaalde kosten voor elektriciteit en gas en eventueel de opzeggingsvergoeding moet terugbetalen. De Consumentenbond vordert zulks in kort geding. Essent heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
De voorzieningenrechter van de rechtbank overweegt dat in punt 22 van de toelichting op Richtlijn 2011/83/EU betreffende consumentenrechten – welke richtlijn heeft geleid tot de definitie in artikel 6:230o BW van het begrip ‘verkoopruimte’ – onder ‘verkoopruimte’ wordt verstaan ‘alle ruimten van welke aard ook (winkels, kramen, bestelwagens) die voor de handelaar als permanente of gewoonlijke bedrijfsruimte dienen, waaronder ook marktkramen en stands op beurzen als zij aan deze voorwaarde voldoen’. Gelet op deze definitie oordeelt de voorzieningenrechter voorshands aannemelijk dat de stands van Essent in winkels van MediaMarkt en Gamma kunnen worden gekwalificeerd als verkoopruimten in de zin van artikel 6:230g lid 1 aanhef en onder g BW en dat van verkoop buiten de verkoopruimte in de zin van artikel 6:230g lid 1 sub f onder 1⁰ BW geen sprake is. De vordering van de Consument wordt dan ook afgewezen.
Wat betekent deze uitspraak voor de praktijk?
Het geschil tussen de Consumentenbond en Essent spitst zich toe op de vraag of met de verkoopmethode sprake is van ‘verkoop buiten de verkoopruimte’ als bedoeld in artikel 6:230o BW. Als dit het geval is kan de consument de volgens de verkoopmethode met Essent gesloten overeenkomst binnen 14 dagen zonder opgave van redenen ontbinden. Indien de consument niet op de mogelijkheid van ontbinding binnen die termijn is gewezen geldt op grond van artikel 6:230o lid 2 BW in samenhang met artikel 6:230m lid 1 onderdeel h BW een verlengde bedenktermijn van maximaal 12 maanden, afhankelijk van het moment waarop de ontbrekende gegevens alsnog aan de consument worden verstrekt.
Artikel 6:230g lid 1 sub f BW verstaat onder ‘een overeenkomst buiten de verkoopruimte’ (voor zover hier relevant): ‘iedere overeenkomst tussen de handelaar en de consument die wordt gesloten in gelijktijdige persoonlijke aanwezigheid van de handelaar en de consument op een andere plaats dan de verkoopruimte van de handelaar of waarvoor door de consument een aanbod is gedaan onder dezelfde omstandigheden (sub 1) of wordt gesloten in de verkoopruimte van de handelaar of met behulp van een middel voor communicatie op afstand, onmiddellijk nadat de consument persoonlijk en individueel is aangesproken op een plaats die niet de verkoopruimte van de handelaar is, in gelijktijdige persoonlijke aanwezigheid van de handelaar en de consument (sub 2).
Om met die wettelijke definitie te kunnen werken moet tevens worden beoordeeld of de stands/verkoopbalies van Essent in de vestigingen van MediaMarkt en Gamma moeten worden gekwalificeerd als verkoopruimte in de zin van artikel 6:230g lid 1 sub g BW. Ingevolge genoemd artikel wordt onder een ‘verkoopruimte’ verstaan ‘iedere onverplaatsbare ruimte voor detailhandel waar de handelaar op permanente basis zijn activiteiten uitoefent (sub 1) of iedere verplaatsbare ruimte voor detailhandel waar de handelaar gewoonlijk zijn activiteiten uitoefent (sub 2)’.
Aangezien de stands 6 á 7 dagen per week gedurende de hele dag geopend zijn, afhankelijk van de openingstijden van de betreffende MediaMarkt- of Gammavestiging en de verkoopmethode al vanaf medio 2012 in MediaMarktvestigingen wordt gehanteerd en vanaf 2015 in vestigingen van Gamma is aannemelijk dat de verkoopactiviteiten van Essent ter plaatse bestendig van karakter zijn geworden en dat Essent haar handelsactiviteiten dus permanent dan wel gewoonlijk uitoefent in betreffende stands, als bedoeld in artikel 6:230g lid 1 sub g BW. Nu er bovendien niet is gebleken dat er sprake is van verkoop buiten de verkoopruimte is ook onvoldoende aannemelijk dat ook voor 1 december 2015 een (verlengde) bedenktermijn heeft gegolden in de zin van artikel 6:230o BW juncto artikel 6:230m BW. Vandaar dat de vordering van de Consumentenbod is afgewezen door de voorzieningenrechter.
Als de vordering van de Consumentenbond daarentegen wel was toegewezen had dat grote financiële consequenties voor Essent kunnen hebben op grond van het bepaalde in artikel 6:230s lid 5 BW. In genoemd artikel is het recht van consumenten vastgelegd om binnen een jaar gratis en met terugbetaling van energiekosten op te stappen wegens een contract dat buiten de verkoopruimte is gesloten zonder bedenktijd. ‘Met het ontwijken van de bedenktermijn heeft Essent op het scherpst van de snede geopereerd’, aldus de voorzieningenrechter in zijn vonnis, ‘en zich blootgesteld aan de geenszins te verwaarlozen kans dat artikel 6:230s lid 5 BW toepassing zou kunnen vinden’. In dit kort geding ontsnapt Essent dus aan de organisatorisch en mogelijk financiële nachtmerrie die de door de Consumentenbond nagestreefde toepassing van artikel 6:230s lid 5 BW voor haar zou hebben betekend. Essent komt dus met de schrik vrij.
Zie uitspraak: http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBOBR:2016:2425
Voor vragen en/of opmerkingen over dit onderwerp, kunt u vrijblijvend contact opnemen met Simone Pipping.