DE TOEKOMST VAN SALDEREN
Inleiding
Op dit moment kunnen kleinverbruikers[1], die duurzame elektriciteit invoeden op het net, gebruikmaken van de salderingsregeling. Dat betekent dat de energieleverancier slechts het verbruik factureert dat onder aan de streep overblijft nadat de verbruikte elektriciteit is verminderd met de door de kleinverbruiker op het net ingevoede elektriciteit.[2] Op basis van de huidige salderingsregeling hoeft de eigenaar van zonnepanelen op zijn dak geen belasting te betalen (energiebelasting, Opslag Duurzame Energie (hierna: ODE) en BTW) over de verbruikte elektriciteit voor zover deze wordt verrekend met de op het net ingevoede elektriciteit.
Rekenvoorbeeld
Stel dat u in een bepaalde periode 2.000 kWh via uw zonnepanelen opgewekte elektriciteit heeft ingevoed op het net. Via uw aansluiting op het net heeft u in dezelfde periode 3.000 kWh geleverd gekregen. U dient in dat geval de energieleverancier te betalen voor 1.000 kWh (3.000 kWh geleverd gekregen minus 2.000 kWh ingevoed op het net). U hoeft dan alleen belasting te betalen over 1.000 kWh.
Evaluatie van de salderingsregeling
In 2016 is de salderingsregeling geëvalueerd. Uit de evaluatie volgt onder andere dat er geen prikkel voor kleinverbruikers is om de elektriciteit te verbruiken op het moment dat de elektriciteit door de zonnepanelen wordt opgewekt (als de zon schijnt). Het elektriciteitssysteem wordt hiermee niet ontlast. Evenmin stimuleert de regeling de opslag van energie. Daar komt bij dat als de salderingsregeling blijft bestaan, de kosten voor de overheid toenemen.
Vijf varianten
Demissionair minister Kamp van Economische Zaken heeft in januari 2017 aangekondigd “om op basis van de evaluatie onderzoek te zullen doen naar een verantwoorde wijze van stimulering van lokale hernieuwbare energie vanaf 2020 die in de plaats kan komen van de salderingsregeling”. Kamp heeft het Energieonderzoek Centrum Nederland (hierna: ECN) gevraagd om verschillende varianten door te rekenen voor het hervormen van de salderingsregeling.
De volgende vijf varianten zijn ontwikkeld:
A: de salderingsregeling zoals deze nu is, waarbij voor een aantal jaren wordt toegezegd dat de regeling niet zal wijzigen;
A1: handhaving van de salderingsregeling op het fiscale deel (op energiebelasting, ODE en de bijbehorende BTW) van de elektriciteitsproductie, die wordt ingevoed en op een ander tijdstip wordt geconsumeerd. In deze variant krijgt de energieleverancier de vrijheid om een ander tarief te rekenen voor ingevoede elektriciteit (de terugleververgoeding) dan het consumententarief;
B het salderen op het producentendeel van het tarief wordt afgeschaft en niet meer alle teruggeleverde en op een ander tijdstip geconsumeerde elektriciteit wordt fiscaal gesaldeerd. Slechts een percentage daarvan wordt gesaldeerd. Er is sprake van begrenzing van het salderen;
C de salderingsregeling wordt volledig afgeschaft. Over alle elektriciteit die wordt ingevoed (zonder dat er wordt gekeken naar de hoeveelheid verbruikte elektriciteit) ontvangt de eigenaar van een PV-installatie – naast de terugleververgoeding van de energieleverancier – een subsidie van de overheid per kWh. Er is sprake van een terugleversubsidie;
D de salderingsregeling wordt volledig afgeschaft. De eigenaar van een PV-installatie krijgt bij de aanschaf van de zonnepanelen een eenmalige investeringssubsidie per kWp.
Bij brief d.d. 12 juli 2017 heeft Kamp het rapport van ECN aan de Tweede Kamer gezonden en zijn voorkeur voor de varianten C en D uitgesproken.[3] Volgens Kamp blijkt uit het rapport van ECN “dat de varianten C en D op een toekomstbestendige en kosteneffectieve manier voldoende investeringszekerheid kunnen bieden voor potentiële en huidige investeerders in zonnepanelen”. Voor toepassing van de varianten C en D hoeven de zonnepanelen overigens – in tegenstelling tot de overige varianten – niet op het eigen dak te worden gelegd. Wel dient er sprake te zijn van eigendom van de PV-installatie.
Voor de uitvoerbaarheid van alle onderzochte varianten is het noodzakelijk dat de kleinverbruikers beschikken over een slimme meter, aldus Kamp. Hij geeft aan dat hij zal inzetten op verdere aanbieding van slimme meters in de periode tot 2023. Volgens Kamp zou tot die periode de huidige salderingsregeling tijdelijk kunnen worden voortgezet in afwachting van de verdere uitrol van de slimme meter. Als het nieuwe kabinet deze mening deelt, zal de salderingsregeling voorlopig blijven voortduren, maar op termijn waarschijnlijk veranderen in een terugleversubsidie of een investeringssubsidie.
Wilt u het volledige rapport van ECN en/of de brief van demissionair minister Kamp bekijken? Ga dan naar:
Mocht u vragen hebben over salderen, neem dan gerust contact op met Simone Pipping of Hans Koenders.
[1] Afnemers die beschikken over een aansluiting op een net met een totale maximale doorlaatwaarde van ten hoogste 3*80 A.
[2] Artikel 31c, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998.
[3] Brief van demissionair minister Kamp aan de Tweede Kamer d.d. 12 juli 2017, kenmerk DGETM-E2020 / 17101762.