NOG GEEN WERKZAAMHEDEN IN ZONNEPARK IN SAPPEMEER
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft in zijn uitspraak van 21 december 2017 de omgevingsvergunning geschorst totdat uitspraak is gedaan in de bodemprocedure.
Bij besluit van 27 september 2016 heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoogezand-Sappemeer een omgevingsvergunning verleend voor het project ‘Zonnepark Midden-Groningen’. In de beroepsprocedure die omwonenden en de Stichting Stop Zonnecollectoren Midden Groningen aanhangig hadden gemaakt, is deze omgevingsvergunning door de Rechtbank Noord-Nederland vernietigd. Daartegen is hoger beroep ingesteld.
Bij besluit van 20 september 2017 heeft het college de omgevingsvergunning opnieuw verleend en hebben verzoekers de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
Powerfield wil een zonnepark realiseren met de daarbij behorende bouwwerken, zoals zonnepanelen, hekwerken, een opslagcontainer, traforuimte, omvormers en ruimtes voor camera’s voor een periode van 30 jaar. Het op te richten zonnepark is zeer groot. Het heeft een oppervlakte van 117 hectare en een capaciteit van 103 MegaWattpiek (MWp). De op te richten zonnepanelen hebben een hoogte van 2,2 meter boven het maaiveld.
Het zonnepark is voorzien op percelen die vooral de bestemming ‘agrarisch’ hebben, waarop bouwwerken niet zijn toegestaan, en ‘agrarisch-tuinbouw’, binnen welke bestemming kassen tot een hoogte van negen meter zijn toegestaan.
Het zonnepark is op korte afstand van het perceel van (een aantal) verzoekers. Het zal het vrije uitzicht vanaf hun percelen beperken.
Powerfield heeft tijdens de zitting van de voorzieningenrechter toegelicht dat als voorwaarde voor de aan haar verstrekte SDE+-subsidie geldt dat het zonnepark uiterlijk op 1 december 2019 klaar en in werking moet zijn. Volgens Powerfield dient zij daarom tenminste anderhalf jaar en bij voorkeur twee jaar van tevoren met de werkzaamheden te starten.
Naar het oordeel van de voorzieningenrechter dient echter aan het belang van de verzoekers vooralsnog meer gewicht te worden toegekend dan aan het belang van Powerfield om zo spoedig mogelijk een aanvang met de werkzaamheden te kunnen maken. Mede gelet op de mate van afwijking van het bestemmingsplan acht de voorzieningenrechter de ruimtelijke impact van het bouwplan voor de omwonenden groot.
Vandaar dat de omgevingsvergunning is geschorst en moet worden gewacht op de uitspraak in de bodemprocedure. Deze zal naar verwachting in april 2018 op zitting worden behandeld.
Voor meer informatie zie de uitspraak van de voorzieningenrechter van deAfdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State van 21 december 2017, ECLI:NL:RVS:2017:3544.