ACM VERKLAART KLACHT JWM PUTTEN TEGEN LIANDER OMTRENT AANSLUITING GEGROND
JWM Putten B.V. is beheerder van een nieuw bedrijfsverzamelgebouw en verhuurt bedrijfseenheden. JWM heeft Liander verzocht om een grootverbruikerselektriciteitsaansluiting voor het gebouw. Volgens Liander is er sprake van een inpandig net in het bedrijfsverzamelgebouw. Liander stelt dan ook dat JWM een ontheffing voor het beheer van dit net dient aan te vragen of afzonderlijke aansluitingen dient aan te vragen ten behoeve van de individuele huurders. Liander heeft de grootverbruikersaansluiting aangelegd onder de voorwaarde dat JWM een geschil aanhangig maakt bij de ACM over de juridische kwalificatie van de elektrische infrastructuur. Dit heeft JWM gedaan.
In haar besluit oordeelt ACM dat Liander bij het realiseren van de aansluiting van JWM niet de voorwaarde had mogen opleggen om bij de ACM een geschilprocedure te starten. Liander handelt hiermee in strijd met artikel 23 E-wet en de artikelen 2.1.3. en 2.1.5. van de Tarievencode Elektriciteit.
ACM overweegt als volgt. Op grond van artikel 23 E-wet is een netbeheerder verplicht om degene die daarom verzoekt te voorzien van een aansluiting op het door hem beheerde net. De netbeheerder dient een aansluiting te realiseren tegen voorwaarden die in overeenstemming zijn met de bepalingen uit de codes. Uit artikel 2.1.3. Tarievencode Elektriciteit volgt dat de netbeheerder verplicht is om elke gewenste aansluitcapaciteit te realiseren die een aangeslotene wenst. Uit artikel 2.1.5. volgt dat een aangeslotene het recht heeft op een aansluiting op het door hem gevraagde spanningsniveau, tenzij dit om technische redenen redelijkerwijs niet van de netbeheerder kan worden verlangd. In dat geval moeten de netbeheerder en de aangeslotene overleggen over de voorwaarden waaronder en de vergoeding waartegen de aansluiting wordt gerealiseerd. Nu er geen technische belemmeringen zijn, heeft Liander de plicht om op verzoek van JWM een aansluiting te realiseren. Noch artikel 23 E-wet noch de Tarievencode Elektriciteit geven Liander de bevoegdheid om bij het realiseren van de aansluiting van JWM de voorwaarde op te leggen dat JWM een geschil bij de ACM aanhangig maakt.
ACM heeft de klacht van JWM tegen Liander dan ook gegrond verklaard en vastgesteld dat Liander in strijd met artikel 23 E-wet heeft gehandeld door bij het realiseren van de aansluiting van JWM een voorwaarde op te leggen om een geschil bij de ACM aanhangig te maken.
ACM overweegt in haar besluit voorts dat een geschilprocedure niet bestemd is om ACM te laten oordelen over de juridische kwalificatie van elektriciteitsverbindingen als net, installatie of directe lijn of in welke mate handhaving nodig is. Toch heeft ACM in het besluit aangegeven welke stappen nodig zijn om te oordelen dat sprake is van een net op basis van de E-wet. Voor de kwalificatie van een net is vereist dat er naast de eigenaar, ook andere afnemers gebruik maken van het stelsel. Anders dan Liander stelt, is de WOZ-afbakening van een WOZ-object volgens ACM leidend om te kunnen constateren dat er een afnemer is. Als blijkt dat de bedrijfseenheden als zelfstandige gebruikersgedeelten WOZ-objecten zijn, dan is sprake van een aansluiting in de zin van de E-wet en zijn de gebruikers van de bedrijfseenheden afnemers die zijn aangesloten op een (inpandig) net. De afbakening in het kader van de Wet waardering onroerende zaken is hiervoor bepalend. Het oordeel van het bevoegde gezag (de gemeente) daarover is leidend.[1]
Klik op onderstaande link voor meer informatie:
https://www.acm.nl/nl/publicaties/geschilbesluit-jwm-putten-vs-liander-over-de-aansluitplicht
Heeft u vragen op het gebied van energie en recht? Neem dan contact op met Simone Pipping of Hans Koenders.
[1] Ten overvloede merkt ACM nog op dat in het geval de gemeente op een gegeven moment de bedrijfseenheden als zelfstandige gebruikerseenheden zou aanmerken dit gevolgen kan hebben voor de kwalificatie van het stelsel van verbindingen in het bedrijfsverzamelgebouw als net. Dit maakt voor de aansluiting die Liander nu heeft gerealiseerd geen verschil.