UITSPRAAK RECHTBANK GELDERLAND: OOK BIJ PERSONEELSTEKORT MOET DE NETBEHEERDER EEN AANSLUITING REALISEREN BINNEN DE TERMIJN VAN 18 WEKEN
In een zaak voor de voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland speelde het volgende.
Nedcool exploiteert een koelhuis, waarin onder meer appels en peren worden opgeslagen. Zij is aangesloten op het elektriciteitsnet van Liander. In verband met uitbreiding van haar opslagcapaciteit heeft Nedcool bij Liander een verzwaring van haar bestaande aansluiting aangevraagd. Begin 2018 is het nieuwe koelhuis opgeleverd. Nedcool heeft met diverse bedrijven overeenkomsten gesloten om de fruitoogst die in augustus en september 2018 van de boom komt direct op te slaan.
Op 9 maart 2018 heeft Nedcool de offerte van Liander in verband met verzwaring van de bestaande aansluiting geaccepteerd en een aanbetaling gedaan. Vervolgens heeft Liander laten weten dat de werkzaamheden op zijn vroegst eind september 2018 kunnen plaatsvinden in verband met een tekort aan gekwalificeerd technisch personeel. Dit is voor Nedcool niet acceptabel. Zij een kort geding procedure begonnen bij de rechtbank Gelderland.
Nedcool heeft realisatie gevorderd van de verzwaring van de aansluiting op uiterlijk 13 juli 2018 – achttien weken na 9 maart – op straffe van een dwangsom.
Op grond van artikel 23 Elektriciteitswet is een netbeheerder verplicht degene die daarom verzoekt te voorzien van een aansluiting op het door hem beheerde net. Op grond van lid 3[1] van dat artikel dient de aansluiting te zijn gerealiseerd binnen achttien weken nadat het verzoek daartoe bij de netbeheerder is ingediend, als het gaat om een aansluiting van maximaal 10 MVA.
De eerste vraag die in deze zaak voorligt is of de termijn van achttien weken alleen zou zien op nieuwe aansluitingen of ook op het verzwaren van bestaande aansluitingen, zoals de aansluiting van Nedcool. Volgens de rechtbank geldt deze termijn ook voor het verzwaren van aansluitingen en is Liander dan ook in beginsel gehouden om de door Nedcool verzochte aansluiting binnen achttien weken na 9 maart 2018 te realiseren.
Liander heeft echter een beroep gedaan op overmacht waardoor niet zou zijn gehouden aan deze termijn. Liander voert aan dat zij “een ernstig tekort heeft aan gekwalificeerd technisch personeel waardoor zij niet aan de wettelijke termijn kan voldoen, met welk probleem niet alleen zij, maar ook de rest van ondernemend Nederland te kampen heeft en wat haar dus niet kan worden toegerekend”. Volgens de Rechtbank is een tekort aan geschikt personeel echter geen uitzonderlijke omstandigheid die buiten de invloedssfeer van Liander ligt en die het onredelijk zou maken om Liander aan de termijn te houden. “Het al dan niet tijdig aantrekken van voldoende en behoorlijk opgeleid personeel, bijvoorbeeld door (uitzonderlijk) goede arbeidsvoorwaarden aan te bieden of gedurende vakantieperiodes hogere vergoedingen in het vooruitzicht te stellen, is juist een commerciële afweging die volledig binnen de invloedssfeer van Liander ligt en het ontbreken van een adequaat personeelsbestand regardeert Nedcool dan ook niet.” In dat licht acht de rechtbank het niet onredelijk om Liander ook in de huidige situatie aan de termijn van achttien weken te houden.
Tot slot beroept Liander zich op het discriminatieverbod, op grond waarvan zij gehouden is om de aanvragen voor aansluitingen te verwerken op volgorde van binnenkomst. Volgens Liander is het niet mogelijk om de aanvraag van Nedcool eerder te behandelen dan oudere aanvragen. De rechtbank overweegt als volgt: “Op zichzelf moet op basis van lid 2 en de toelichting daarop worden aangenomen dat Liander Nedcool niet mag voortrekken of mag achterstellen ten opzichte van anderen binnen de geldende wettelijke termijnen, maar dat betekent (…) niet dat Liander met een beroep op dit artikellid van haar wettelijke plicht om de gevraagde aansluitingen binnen achttien weken te realiseren wordt ontslagen.”
De rechtbank heeft de vordering van Nedcool toegewezen, maar overweegt nog wel dat indien werkelijk sprake is van een structureel nijpend tekort aan gekwalificeerde elektriciens bij netbeheerders, het aan de wetgever is om een oplossing te bieden wanneer de wettelijke termijn van achttien weken daardoor (structureel) niet (langer) haalbaar zou blijken.
Klik op onderstaande link voor de uitspraak:
Heeft u vragen op het gebied van energie en recht? Neem dan contact op met Simone Pipping of Hans Koenders .
[1] Artikel 23 lid 3: “Een aansluiting wordt door de netbeheerder gerealiseerd binnen een redelijke termijn. Deze redelijk termijn is in ieder geval verstreken wanneer de gevraagde aansluiting niet is gerealiseerd binnen 18 weken nadat het verzoek om een aansluiting bij de netbeheerder in ingediend, indien het verzoek betreft:
a. een aansluiting tot 10 MVA;
b. een aansluiting voor een productie-installatie voor de opwekking van duurzame elektriciteit of een installatie voor hoogrenderende warmtekrachtkoppeling, tenzij de netbeheerder niet in redelijkheid kan worden verweten dat hij de aansluiting niet binnen de genoemde termijn heeft gerealiseerd”.