BESLUIT ACM: WARMTEKLANTEN MET EEN WARMTEPOMP HEBBEN OOK RECHT OP STORINGSCOMPENSATIE
ACM heeft in een besluit d.d. 18 januari 2019 aan Eneco Warmte & Koude B.V. een bindende gedragslijn opgelegd op grond van artikel 17 van de Warmtewet vanwege het onvoldoende in acht nemen van een goede kwaliteit van dienstverlening conform artikel 2, eerste lid, van de Warmtewet bij de toepassing van de compensatieregeling.
Eneco is eigenaar van een warmte- en koude opslaginstallatie (WKO) in de woonwijk Plantage De Sniep II te Diemen. De op deze WKO aangesloten bewoners halen uit de geleverde warmte energie ten behoeve van de ruimteverwarming en het verwarmen van het tapwater in hun eigen woning. Elke bewoner heeft een eigen warmtepomp die zij huren van Eneco. Met deze warmtepomp kunnen de bewoners de energie die zij verkrijgen uit de bronwarmte verder opwaarderen naar warmte op de door hen gewenste temperatuur.
Begin 2017 is de levering van de bronwarmte door Eneco een aantal maal onderbroken geweest. De warmtepompen zijn tijdens de onderbrekingen meerdere keren overgeschakeld naar volledig elektrisch verwarmen. Eneco heeft een vergoeding aangeboden ter compensatie van de meerkosten elektriciteit. Een aantal bewoners die zijn aangesloten op de WKO van Eneco, zijn het echter niet eens met de aangeboden compensatie. Zij hebben daarom een verzoek ingediend bij de ACM om handhavend op te treden tegen Eneco vanwege het in strijd handelen met de Warmtewet door het niet, niet voldoende of niet-tijdig uitbetalen van de storingscompensatie.
Uit de Warmtewet volgt dat de leverancier moet zorgen voor een betrouwbare levering van warmte aan kleinverbruikers waarbij de leverancier een goede kwaliteit van dienstverlening in acht moet nemen. Een onderdeel hiervan is dat de leverancier van warmte in de overeenkomst moet opnemen welke financiële compensatie zij betaalt bij storingen en wat de terugbetalingsregeling is als de geleverde warmte niet voldoet aan de kwaliteitseisen. De berekening van de vergoedingen voor financiële compensatie bij storingen is uitgewerkt in de Warmteregeling.
Artikel 4 lid 2 Warmtewet luidt als volgt:
De leverancier stelt een verbruiker tenminste drie dagen van tevoren op de hoogte van door hem geplande werkzaamheden waarbij de levering van warmte aan de verbruiker moet worden onderbroken.
In artikel 4 Warmteregeling staat:
- De verbruiker krijgt een financiële compensatie voor storingen die voor een periode langer dan 4 uren tot een onderbreking van de levering van warmte leiden, met uitzondering van voorziene onderbrekingen.
- De hoogte van de financiële compensatie per aansluiting van een verbruiker bedraagt EUR 35,– bij een onderbreking van 4 tot 8 uur, vermeerderd met EUR 20,– voor elke volgende aaneengesloten periode van 4 uur.
- De compensatie wordt door de leverancier binnen zes maanden na het herstel van de onderbreking betaald.
ACM stelt vast dat Eneco conform de bepalingen uit de Warmtewet en de Warmteregeling de compensatieregeling heeft opgenomen in haar leveringsovereenkomst. Ook de terugbetalingsregeling voldoet aan de eisen van de Warmtewet. ACM kan dan ook geen overtreding van deze bepaling vaststellen. Geschillen over de toepassing van de leveringsovereenkomst kunnen worden voorgelegd aan de Geschillencommissie Energie. ACM is niet bevoegd zich uit te laten over de mate van nakoming van overeenkomsten.
Er bestaat volgens ACM echter wel onduidelijkheid over in hoeverre sprake kan zijn van een ‘ernstige storing’ bij het leveren van bronwarmte en in hoeverre Eneco de compensatievergoeding moet betalen als Eneco de warmtepomp omzet naar volledig elektrisch verwarmen. Daarnaast is er onduidelijkheid over de vraag in hoeverre de onderbreking is te voorzien als blijkt dat Eneco de onderbreking niet drie dagen van tevoren heeft aangekondigd.
De compensatieregeling is onderdeel van het leveren van een goede kwaliteit van dienstverlening (artikel 2 Warmtewet) en ACM is bevoegd om handhavend op te treden om de naleving van deze norm te bevorderen. Volgens ACM is de normstelling uit artikel 2 Warmtewet echter onvoldoende duidelijk, waardoor de ACM geen overtreding van deze norm kan vaststellen. Wel kan de ACM deze norm met een bindende gedragslijn verduidelijken (artikel 17 jo. artikel 1, onder r en s Warmtewet).
Daarom heeft ACM aan Eneco een bindende gedragslijn opgelegd, waarmee zij verduidelijkt dat Eneco bij de toepassing van de compensatieregeling een goede kwaliteit van dienstverlening in acht moet nemen door:
- Een onderbreking in de levering van bronwarmte aan te merken als een storing in de zin van artikel 4 Warmteregeling, ongeacht de mogelijkheid dat de warmtepomp door volledig elektrisch verwarmen voorziet in de warmtebehoefte van een bewoner;
- Een onderbreking als een ernstige storing als bedoeld in artikel 4 Warmteregeling aan te merken als deze langer heeft geduurd dan 4 uur en niet ten minste drie dagen van tevoren aan de verbruikers kenbaar is gemaakt.
Klik op onderstaande link voor het volledige besluit:
https://www.acm.nl/nl/publicaties/de-acm-legt-compensatievergoeding-warmte-uit
Mocht u een vraag hebben over de Warmtewet of een andere vraag op het gebied van energie en recht dan staan Hans Koenders en Simone Pipping u graag te woord.