Het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) gaat in beginsel niet meer in hoger beroep tegen Groningers op het moment dat zij door de rechtbank bij beroep in het gelijk zijn gesteld. Staatssecretaris Vijlbrief van Economische Zaken en Klimaat geeft in zijn kamerbrief van 6 maart 2023 aan het instellen van hoger beroep niet gewenst te vinden, aangezien bewoners van het aardbevingsgebied de dupe zijn van dit hoger beroep en omdat de overheid daardoor tegenover de burgers komt te staan.
Het IMG heeft in gesprek met de staatssecretaris aangegeven alleen nog hoger beroep in te zullen stellen als de uitspraken bredere consequenties hebben voor de schadeafhandeling en het voorkomen van verschillen tussen bewoners. De staatssecretaris heeft met het IMG besproken dat in deze gevallen gebruik moet worden gemaakt van de mogelijkheid die artikel 16 van de Tijdelijke wet Groningen biedt voor het IMG om de rechtbank te verzoeken zogenaamde prejudiciële vragen te stellen aan de Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State. In plaats van hoger beroep gaat het IMG de rechter om een prejudiciële uitspraak vragen. Met een prejudiciële uitspraak geeft de rechter uitleg over de geldende rechters, het heeft geen (financiële) gevolgen voor de bewoners, ook niet als de Afdeling het IMG in het gelijk stelt. In het geval het niet mogelijk blijkt om een prejudiciële uitspraak te vragen en er toch hoger beroep wordt ingesteld, is het IMG voornemens om niet over te gaan tot terugvorderen van de toegekende schadevergoeding.
Groningers worden op deze manier niet langer financieel gedupeerd als gevolg van hoger beroep.
Deze ingreep is de eerste maatregel van het kabinet sinds de publicatie van het enquêterapport over de gaswinning, waarin werd geconcludeerd dat de belangen van de Groningers stelselmatig zijn genegeerd door de overheid