In 2023 heeft de Autoriteit Consument en Markt (hierna: ‘de ACM’) een aanvraag ontvangen tot geschilbeslechting als bedoeld in artikel 51 van de Elektriciteitswet 1998 (hierna: ‘E-wet’) van Biotech Campus Delft Utilities B.V (hierna: ‘Biotech’). Het betreft een geschil met netbeheerder Stedin Netbeheer B.V. (hierna: ‘Stedin’).
Wanneer partijen een geschil hebben met de netbeheerder over bijvoorbeeld de uitvoering van diens taken en bevoegdheden op basis van de E-wet en de Netcode elektriciteit (hierna: ‘Netcode’) kan dit conflict voorgelegd worden aan de ACM. In het hiernavolgende zal ingegaan worden op de zaak Biotech/Stedin.
Kern van het geschil
Biotech is een dochteronderneming van DSM Delft B.V. (hierna: ‘DSM’). Biotech is voornemens om een nieuwe afvalwaterzuiveringsinstallatie (hierna: ‘AWZI’) te realiseren op Biotech Campus Delft (hierna: ‘het bedrijfsterrein’) te Delft. Binnen het bedrijfsterrein ligt een elektriciteitsnet waarvoor aan DSM een ontheffing is verleend van de verplichting tot het aanwijzen van een netbeheerder (hierna: ‘GDS’).
Vervolgens heeft DSM Stedin verzocht om aan Biotech een offerte uit te brengen voor een aansluiting van 10 MVA op het bedrijfsterrein te Delft. DSM geeft aan dat de aansluiting is ten behoeve van de realisatie van een AWZI.
Stedin weigert echter een offerte uit te brengen.
In dit geschil ging het onder andere over de weigering van Stedin om een aanbod te doen aan Biotech voor een eigen 10 MVA-aansluiting op 25 kV.
De vraag is of Stedin in strijd handelt met artikel 23, eerste lid, van de E-wet en artikel 8.4, onderdeel e, van de Netcode door te weigeren om Biotech een aanbod te doen voor een eigen aansluiting op het bedrijfsterrein te Delft.
Beoordeling van het geschil
Aansluitplicht
In artikel 23, eerste lid, van de E-wet ligt de verplichting van de netbeheerder besloten om op verzoek ten minste één aansluiting per WOZ-object te realiseren. De E-wet behelst geen verplichting voor een netbeheerder om op verzoek ook een tweede aansluiting te realiseren op hetzelfde WOZ-object.
De ACM constateert dat er op het bedrijfsterrein te Delft reeds een aansluiting aanwezig is op het openbare net van Stedin. Dit is de aansluiting van het GDS van DSM. De vraag in dit geschil is daarmee of het verzoek om een aansluiting voor Biotech van 10 MVA op het bedrijfsterrein moet worden aangemerkt als een verzoek om een tweede aansluiting op hetzelfde WOZ-object. Stedin stelt dat de te realiseren AWZI onderdeel wordt van het bedrijfsterrein.
De ACM oordeelt dat er geen sprake is van een tweede aansluiting. Op basis van de WOZ-beschikkingen concludeert de ACM namelijk dat Biotech over een afzonderlijk WOZ-object beschikt.
De ACM stelt daardoor vast dat Stedin, in strijd met artikel 23, eerste lid, van de E-wet ten onrechte heeft gesteld dat het bedrijfsterrein kwalificeert als één WOZ-object of samenhangend geheel waarvoor reeds een aansluiting is gerealiseerd en geen tweede aansluiting verzocht kan worden. Biotech beschikt over een afzonderlijk WOZ-object waarbij voor Stedin een aansluitplicht geldt. Door te weigeren een aanbod te doen voor een aansluiting en geen offerte te versturen aan Biotech heeft Stedin tevens in strijd gehandeld met artikel 8.4, onderdeel e, van de Netcode waaruit volgt dat de netbeheerder binnen 10 werkdagen na ontvangst van het aansluitverzoek voor een 10 MVA aansluiting een offerte verzendt.
Aansluiting op het GDS van DSM
Verder oordeelt de ACM dat de aansluitplicht van Stedin richting Biotech niet vervalt als gevolg van de aanwezigheid van het GDS van DSM.
De ACM is het met Stedin eens dat een GDS ontheffinghouder een aansluitplicht heeft binnen haar geografisch afgebakende gebied en voor zover de verzoeker past bij het karakter van het GDS. Dit volgt uit artikel 15, zesde lid, onderdeel a, van de E-wet .
Die aansluitplicht leidt er echter niet toe dat de aansluitplicht van een openbare netbeheerder in dat betreffende gebied komt te vervallen. Hoewel het gelet op de bedrijfsactiviteiten van Biotech goed voorstelbaar is dat zij een aansluitverzoek indient bij DSM als ontheffinghouder, is het niet zo dat het verzorgingsgebied van Stedin (waarbinnen Stedin een aansluitplicht heeft) kleiner wordt als gevolg van de aanwezigheid van een GDS. Het is aan een verzoekende partij om te kiezen bij wie hij zijn aansluitverzoek indient, de openbare netbeheerder of de ontheffinghouder. Het argument van Stedin houdt dus geen stand.
Voor de volledige uitspraak zie: https://www.acm.nl/nl/publicaties/geschilbesluit-biotech-stedin
Heeft u naar aanleiding van bovenstaande vragen? Neem voor meer informatie vrijblijvend contact op met Hans Koenders.