Groot risico
Wees u er als bestuurder van bewust dat u een groter risico loopt op externe bestuurdersaansprakelijkheid. Als bestuurder kunt u namelijk steeds sneller en eerder persoonlijk aansprakelijk worden gesteld door derden voor de schade die zij lijden als gevolg van uw handelen. Dit artikel behandelt de gehanteerde maatstaven voor persoonlijke bestuurdersaansprakelijkheid buiten faillissement.
Lichte maatstaf
De Hoge Raad heeft in zijn uitspraak Van de Riet/Hoffman c.s.[1] geoordeeld dat een bestuurder persoonlijk aansprakelijk kan worden gehouden indien hij heeft gehandeld in strijd met een op hem persoonlijk rustende zorgvuldigheidsverplichting.
Feiten
In de zaak Van de Riet/Hoffman c.s. richtten de vennootschap en haar bestuurder, de heer Van de Riet, zich op het bemiddelen tussen verkopers en kopers van onroerend goed gelegen aan de Costa Blanca in Spanje. Nadat Roelofsen c.s. (hierna: kopers) in contact waren gekomen met deze vennootschap en zij op de hoogte waren gesteld van de woningbouwprojecten in Spanje, waaronder het project ‘Villa Mundo’ in de gemeente Elche aan de Costa Blanca (hierna: het project) van de firma Prever 2002 SI (hierna: Prever), zijn Roelofsen c.s. vervolgens meermalen naar dit project afgereisd om verschillende villa’s onder begeleiding van de heer Van de Riet te bezichtigen. Ter plaatse waren ‘rode borden’ bij het project geplaatst met daarop een van de gemeente Elche afkomstige (waarschuwings-)tekst. De heer Van de Riet heeft medegedeeld dat deze borden verband hielden met het feit dat ter plaatse per perceel meer werd gebouwd dan was toegestaan (bijv. een zwembad) en dat met het betalen van een boete (door Prever) dit zou zijn opgelost. Uiteindelijk kopen Roelofsen c.s. een half afgebouwde villa, die onderdeel uitmaakt van een ander woningbouwproject in Spanje. Tijdens de voorafgaande bezichtiging deelt Van de Riet aan Roelofsen c.s. mee dat het een goede investering is en laat na om mee te delen dat er problemen zijn met de bouwvergunningen voor dit woningbouwproject en van geruchten dat de villa’s met afbraak werden bedreigd. Na de aankoop van de half afgebouwde villa hebben Roelofsen c.s. vernomen dat deze villa was afgebroken omdat op het desbetreffende stuk grond niet mocht worden gebouwd en derhalve daarvoor ook geen bouwvergunning was afgegeven. Vervolgens hebben Roelofsen c.s. de bij de koopovereenkomst betrokken bemiddelende vennootschap en de bestuurder, de heer Van de Riet, hoofdelijk aansprakelijk gesteld wegens onrechtmatig handelen jegens hen door hen niet op de hoogte te stellen van het feit dat de villa’s illegaal waren gebouwd en dat er een risico op sloop bestond.
Hoge Raad
Alleen de bestuurder is tegen het arrest van het hof, waarin de kopers in het gelijk zijn gesteld, in cassatie gegaan bij de Hoge Raad. Hij stelt zich – samengevat – op het standpunt dat het hof heeft miskend dat hij als bestuurder slechts naast de vennootschap aansprakelijk kan worden gehouden, indien deze bestuurder persoonlijk een voldoende ernstig verwijt kan worden gemaakt. De Hoge Raad heeft deze klacht verworpen. Volgens de Hoge Raad is niet vereist dat de bestuurder een ernstig verwijt kan worden gemaakt. Slechts de gewone regels van onrechtmatige daad gelden. De bestuurder wordt aansprakelijk gehouden op de grond dat hij in strijd heeft gehandeld met een op hem persoonlijk rustende zorgvuldigheidsverplichting: dat is een lichtere maatstaf.
Zware maatstaf
Vóór de uitspraak in de zaak Van de Riet/Hoffman c.s. golden uitsluitend de volgende twee maatstaven ten aanzien van externe bestuurdersaansprakelijkheid jegens derden, welke overzichtelijk zijn uiteengezet in het arrest Ontvanger/Roelofsen (HR 8 december 2006, JOR 2007, 38):
- de bestuurder heeft namens de vennootschap gehandeld, waarbij als maatstaf is aanvaard dat persoonlijke aansprakelijkheid van de bestuurder van de vennootschap kan worden aangenomen wanneer deze ten tijde van het aangaan van de transactie al wist of moest weten dat de vennootschap de transactie niet kon nakomen en geen verhaal zou bieden voor de door die wanprestatie veroorzaakte schade (de zgn. Beklamel-norm);
- de bestuurder heeft bewerkstelligd of toegelaten dat de vennootschap haar wettelijke of contractuele verplichtingen niet nakomt, waarbij als maatstaf geldt dat hij voor schade van de schuldeiser aansprakelijk kan worden gehouden indien het handelen of nalaten van de betrokken bestuurder ten opzichte van de schuldeiser in de gegeven omstandigheden zodanig onzorgvuldig is dat hem daarvan persoonlijk een ernstig verwijt kan worden gemaakt.
Deze twee maatstaven hebben betrekking op bestuurdersaansprakelijkheid wegens een onbehoorlijke taakuitoefening als bestuurder (artikel 2:9 BW), waarvoor een ernstig persoonlijk verwijt noodzakelijk is (zware maatstaf). Het gaat in de uitspraak Van de Riet/Hoffman c.s. echter niet om een tekortschieten in het kader van een bestuurstaak, maar om een los van de bestuurstaak staande persoonlijke zorgvuldigheidsnorm, die bijvoorbeeld verband houdt met bedrijfs- en beroepsactiviteiten. Hierbij gelden de gewone regels van de onrechtmatige daad (artikel 6:162 BW), waarvoor geen ernstig verwijt nodig is. Het betreft daarom dan ook een lichtere maatstaf.
Conclusie
Resumerend, kunt u als bestuurder door derden aansprakelijk worden gesteld in het geval u handelt in strijd met een op u persoonlijk rustende zorgvuldigheidsnorm (lichte maatstaf) dan wel in het geval u uw bestuurstaak onbehoorlijk vervuld (zware maatstaf). De praktijk leert dat benadeelden doorgaans voor beide ankers zullen gaan liggen. Bij de lichte maatstaf is, in tegenstelling tot de zware maatstaf, geen ernstig verwijt van het handelen of nalaten van de bestuurder vereist, waardoor u als bestuurder sneller en eerder persoonlijk aansprakelijk kan worden gesteld, welke aansprakelijkheid niet (steeds) onder de dekking van een bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering valt. Dit brengt met zich mee dat u als bestuurder een groter risico loopt. Wees u hier van bewust.